Groene blaadjes
Weet je wat zo’n gek idee is, pap?
Dat je vier spookjes er allemaal al bijna twee jaren bij hebben gekregen. Twee jaren!
Voor ons – en dan heb ik het over de grote mensen – zijn twee levensjaren extra natuurlijk ook een cadeautje, dat realiseren we ons maar al te goed, maar wij maken niet meer die reuzensprongen die de kleine mensjes wél maken. En waar wij ons bést moeten doen om er fris en fruitig uit te zien, zijn zij het van natúre.
Groen en vers en om op te eten. Al hoeven we dat laatste bij de jongens inmiddels echt niet meer te proberen. Hapjes kindervlees zijn streng verboden; ‘Yek, ieieie..Hou OP!’
Hóór je ‘t ze zeggen?
Meis is gegroeid van peuter naar kleuter en heeft nog altijd blonde krulletjes en een mond vol wijze woordjes. In tegenstelling tot de drie jongens is ze nog lekker een beetje spekkig (en dus eetbaar!), draagt ze het liefst jurken en rokjes en zingt ze zichzelf wakker en in slaap. Om over de daartussen liggende tijd maar niet te spreken. Ze is een soort zingende reporter en doet graag levendig verslag van de dag.
De twee middelste mannetjes, Klein Meneertje en Gupje vullen hun dagen ZEKER NIET met aria’s.
Ze maken wel veel geluid, maar dat valt meer in de categorie schreeuwen en herrie maken.
Precies zoals het jongens betaamt. Schijnt het. Hoe ánders, zo’n jongenshuishouden!
Ze doen graag stoer en zitten vól snode plannen en boevenstreken. Precies tegelijk leren ze nu lezen en schrijven. Ik hoef maar even aan de binnenkant van mijn ogen te kijken om me voor te stellen hoe jullie briefwisseling eruit zou zien… Want dát jullie elkaar zouden schrijven, weet ik zeker.
Het zou vast een soort vervolg op ‘Het Schetenboek’ zijn. (Een boek vol waaiende windjes; van luidruchtige pruttels tot van die geniepige stille stinkerds. Altijd als ze bij opa en oma waren pakten ze dát als eerste uit de kast.) Wat zóu je een lol hebben.
Dikbuikjes zijn het niet meer. Langzaam maar zeker veranderen ze in echte kereltjes.
Met pezige lijfjes. En wiebeltanden. Opeens gaan ze voor de spiegel staan, maken zich druk om STOMME kleren, kneden – als hun pet ernaar staat – een beetje gel in hun spierwitte kuifjes, kijken dan eens vorsend naar zichzelf in de spiegel, steken hun wijsvingers in de lucht en brommen ‘oeh yeah!’ tegen hun tweede ik.
En dan Stinkie. Je allereerste kleine mensje. Hij is hard op weg richting zijn tienerjaren en voetbalt de sterren van de hemel. Met zijn razendsnelle denkhoofd, zijn soms wat haperende rem én hart van goud is hij one of a kind. Dol op Meis en vice versa. Aanbeden door Klein Meneertje. Stoere grote neef, maar o zo lief.
Wat hebben we geboft dat je ze allemaal écht gekend hebt.
Niet een beetje, ondanks de korte tijd, maar écht van binnen. En van buiten. Dat wéten ze.
Ondanks dat het prille groene blaadjes zijn, zitten ze stevig vast aan die grote boom met z’n sterke wortels.
En hoe enorm ze je ook missen, ook deze blaadjes nemen dingen van je over.
Net zoals wij dat proberen. Dit viertal timmert, kookt, filosofeert, maakt geintjes en pikkelt.
Met verve. En met overgave.
En ze laten (la-)waaierige windjes. Dat ook. Natúúrlijk.
X
Hoi L en L,
Vanochtend met de oma van de 4 spookjes koffie gedronken. En natuurlijk ook over de opa gesproken. En over hun twee fantastische dochters en dat ze samen aan het bloggen zijn geslagen.
Mooi hoe jullie weten te “raken”. En nee, natuurlijk hield ik het niet droog…..
Heel veel liefs en succes met jullie blog,
Mieke, mams van een – voor jullie- ooit klein buur spookje, die met al zijn dyslectische gaven gewoon zelf nieuwe woorden bedacht . Inmiddels is het een hele kerel die voortpikkelt in het leven.