Zij Kán ’t…
Ik Moet haast wel het mooiste wekkertje van de wereld hebben.
Ze ligt aan de andere kant van de muur. En ZE zingt me wakker.
Met een klein, lief – en vandaag een beetje ziek – stemmetje.
Meis heeft de waterpokken.
Als een camouflagemeisje ligt ze in haar gróte mensen-bed. Wit met rode stipjes. Alsof ze een wedstrijdje doet met haar dekbed dat er precies zó uitziet. Maar denk maar niet dat ze zich uit het lood laat slaan door een paar vlekjes. Zoals de vogeltjes buiten de dag begroeten, zo toonladdert Meis de vroege morgen tegemoet.
Hoewel het amper herfst is, tovert ze een vrolijk Merry Christmas uit haar hoge hoed, laat daarna de kling-klokjes klingelen en heeft als finale nog een Glo-ho-ho-ho-ho-hooooo-ho-ho-ho-horijaaaaaa- voor me in petto. Hier en daar klinkt er een langerekte en hartstochtelijke gaap of kuch doorheen.
Allebei tegelijk blijkt ook te kunnen.
Ik lig met een grote glimlach in bed. Wat een cadeautje op de vroege morgen.
Vandaag, morgen, herfst, gisteren of kerst. Voor haar heeft tijd nog geen betekenis. Zelfs straks is letterlijk onvoorstelbaar ver weg.
En ziek zijn? Tsja, dat íS gewoon zo. En DúS maakt ze zich daar helemaal niet druk om.
Ze wordt niet – zoals ik – wakker met lijstjes in haar hoofd. Met opsommingen van dingen die ze die dag niet moet vergeten, moet regelen, moet doen of juist laten: ‘Pfff, Meis ziek. Niet naar school. Dat betekent dat de dag er vandaag heel anders uit gaat zien dan ik had gedacht. Waar vind ik de tijd om dat artikel tóch nog af te ronden? Zal ik Klein Meneertje maar een keertje op school laten eten? Niet vergeten straks de huisarts nog even te bellen. De was maar laten staan. Net als die tien andere klusjes die ik me had voorgenomen voor vandaag.’
En hop: daar gáát m’n glimlach van daarnet. Verdreven door een ellenlange to-do list.
(die verrekte lijstjes ook!)
Voor Meis niets van dat alles. Zij begint de dag op eigen wijze en wordt wakker met een fris knisperende schone lei én een hoofd vol liedjes.En die moeten er eerst uit. Pas als de laatste nootjes van haar ochtendconcert op zijn, klautert ze uit haar bed. Parmantig trippelen haar blote kleutervoetjes een deurtje verder. Daar staat ze, in haar róóóóóze pyjama. Met verwarde blonde krullen en roodwitte wangen. Stippeltjesarmen en stippeltjesbenen. ‘Hoi mam’, begroet ze me opgewekt en kruipt lekker bij me in bed.
In tegenstelling tot Klein Meneertje kán ze dat. Genieten van een lekker warm bed. Als de dag al is begonnen.
Klein Meneertje – hoe groot kan het contrast zijn – staat al in de startblokken nog voordat -ie allebei z’n ogen open heeft. Een nieuwe dag betekent accelereren van nul tot honderd in een paar seconden. Wakker is actie. Kalm aan? Uitgesloten. En garde! En rap een beetje.
Meis neemt de tijd en draait net zo lang tot ze haar eigen plekje in ons bed heeft bemachtigd. Dan steekt ze tevreden haar duim in haar mond. Ziezo, missie geslaagd.
En nu? Helemaal niks. Nu is nu. Lekker warm.
Ik sla m’n arm om haar heen en denk: ok, als dít geen reminder is…
De boom in met die voornemens! Laat het los en laat maar waaien: dit ís het.
In gedachten vouw ik een vliegtuigje van m’n to-do lijstje. Het dwarrelt vrolijk door het open raam. Dág-dag!
Line + Lasse