Bericht van boven
Toen ik vandaag naar de lucht keek, zag ik iets geks. Of beter: iets leuks.
Een blauw palet, wit bekrijt. Alsof een piloot enorme lol had en een tekening maakte in de lucht.
Het had niets van doen met die vliegshows waar je vliegtuigen wel eens een patroon ziet maken van condenssporen. Het was niet strak en geregisseerd. Het was eerder vrolijk en vrij. En blij.
En het voerde me met een schok terug naar november.
Wat zou je die dag apetrots zijn geweest.
Twaalf sterke, volwassen mannenbenen. En daar tussen in die zes paar prille jongenspootjes.
Stinkie, Klein Meneertje en Gupje. Met z’n drieën een beetje ondeugend giechelend. Als hekkensluiter Meis, met haar paars gemaillot-de peuterkuitjes. Alle vier met hun nog spekkige kinderknuistjes op de kist.
We knerpen over het grind. Op weg naar de begraafplaats. De alpenklokken luiden en heel even wanen we ons in de bergen. Met z’n allen. Meis kijkt fier achterom. ‘Ik kan ‘t’, zegt ze.
De allerkleinste. Weliswaar achterop, maar ze helpt ons vooruit.
Dan, nog net voordat we gaan lopen, horen we een sonoor gebrom in de lucht. Steeds luider. Zwaar ronkend scheren er twee Hercules-vliegtuigen heel laag over. Totaal ongebruikelijk voor deze streek. We kijken elkaar een ogenblik aan. Het lijkt wel een weesgegroetje.
Dat het de eerste is van nog veel meer onverwachte mini-berichtjes kunnen we dan nog niet vermoeden.
Ik kan maar één ding bedenken. Het zou zó bij je passen. Een andere kist. Een andere route. De zon tegemoet.
‘Daddy makes a joke’. Ik hóór ‘t je bijna zeggen.
De stoet zet zich in beweging. Ik zie de wereld door een wat nat gordijntje, maar kan niet anders dan óók een beetje glimlachen. Eigen. Wijs. En vol humor. Je blijft jezelf gewoon eer aandoen.
En precies zo nemen we je met ons mee.
Ik kijk nog eens naar de lucht. Was jij’t? Die piloot? Ik merk dat m’n mond zich plooit in een glimlach.
Hij is alweer een beetje waterig.
X
? weer tranen in m’n ogen! Mooi!!
Wauw, kippenvel. Prachtig geschreven X